Under the tree (2018)

De IJslandse cinema heeft de afgelopen jaren al enkele juweeltjes opgeleverd, zoals het humoristische ‘Of horses and men’ en het broederdrama ‘Rams’. Acteur Sigurður Sigurjónsson, die in ‘Rams’ nog een van de twee met elkaar strijdende broers speelde, speelt ditmaal
een van de buren die in een ordinaire burenruzie verwikkeld raken. Het begint allemaal met een hilarische scène waarin de jonge vader Atli (Steinthór Hróar Steinthórsson) door zijn vrouw Agnes wordt betrapt wanneer hij op z’n computer een seks­filmpje zit te bekijken. Agnes gooit Atli terstond het huis uit en verbiedt hem hun dochtertje Asa nog te zien. Atli trekt uit nood maar weer in bij zijn ouders Inga (Edda Björgvinsdóttir) en Baldvin (Sigurjónsson). Zij hebben net een klacht gekregen van hun buren Konrad en Eybjorg, die last hebben van de schaduw van een fraaie, oude boom in de tuin. Inga, niet de meest subtiele vrouw op aarde, pareert de klacht met een nare belediging.

Tragikomisch
Het zal duidelijk zijn dat de kwestie daarmee niet voorbij is. De situatie escaleert en er komen vernielingen en vermiste huisdieren bij kijken. Atli probeert intussen zijn vrouw tot rede te brengen en zijn dochtertje weer te zien, maar ook dit loopt niet helemaal zoals hij het voor ogen had. De opbouw naar de finale verloopt vol tragi­komische en dramatische scènes, maar is hier en daar ook enigszins voorspelbaar. ‘Under the tree’ won in IJsland maar liefst zeven Edda Awards en werd ingezonden voor de Oscars. De acteurs zetten fraaie rollen neer, waarbij de personages af en toe wat vet worden aangezet. Het zijlijntje rondom Atli’s vermiste broer Uggi wordt helaas te weinig uitgediept om iets wezenlijks bij te dragen aan de hoofdlijn van het verhaal. Desondanks is dit een heerlijke film.