Traditiegetrouw starten de Olympische Spelen met een openingsceremonie. Dat was ook bij de klassieke Spelen in het oude Griekenland al gebruikelijk; toen werden bijvoorbeeld honderd ossen geofferd aan oppergod Zeus. Ook zwoeren de sporters toen al een eed. De Fransman Pierre de Coubertin, die de moderne Olympische Spelen bedacht, voerde langzaam allerlei vaste elementen in. Zoals in 1908 een parade van sporters, geopend door het Griekse team (net als nu). In 1920 kwamen de olympische vlag en de olympische eed erbij. In Amsterdam (1928) werd daar het olympisch vuur aan toegevoegd.
Verrassing
Het organiserende land probeert altijd indruk te maken met een grote openingsshow. Dit jaar in Parijs varen de atleten in boten zes kilometer over de Seine, een groot verschil met de traditionele opkomst in een stadion. Langs de oevers mogen enkele honderdduizenden toeschouwers de atleten toejuichen en de show bewonderen. De ceremonie begint om exact 20.24 uur, een verwijzing naar het jaartal. Er worden in Parijs 80 megagrote schermen opgehangen zodat niemand iets hoeft te missen van wat de organisatie rondom die botenparade heeft bedacht. Een deel van de Nederlandse olympiërs houdt echter de boot af. Zij willen in topconditie zijn en daarbij past een urenlange tocht over de Seine niet. “Ik denk dat het best vermoeiend is”, zei Femke Bol.
