The happiest day of Olli Mäki (2017)
Boksfilms richten zich vaak op spectaculaire gevechten, maar deze Finse film in prachtig zwart-wit wijkt daar nogal van af. Het is ook eigenlijk meer een waargebeurd liefdesverhaal rond een Finse bokser uit de jaren zestig.
Wie zich laat misleiden door de term ‘boksfilm’ moet zich realiseren dat ‘Olli Mäki’ niet veel gemeen heeft met ‘Rocky’ of ‘Ali’, maar meer lijkt op het werk van de eveneens Finse filmmaker Aki Kaurismäki, al is de toon hier een stuk vrolijker. De Olli uit de titel is een bekende Finse bokser die begin jaren zestig de kans kreeg een partij te boksen tegen de Amerikaanse wereldkampioen, om te bepalen wie de wereldtitel zou krijgen.
De film volgt de bescheiden sportman Olli (Jarkko Lahti) in de aanloop naar die belangrijke match. Zijn manager Elis (Eero Milonoff), zelf een oud-bokser, heeft grote plannen met zijn pupil en ziet dit als zijn kans om zijn eigen verpieterde bokscarrière alsnog wat extra glans te geven. Hij zet Olli hard aan het trainen
en dringt erop aan om wat extra gewicht te verliezen zodat Olli in een lichtere klasse kan boksen. Olli richt zich vol enthousiasme op zijn training, maar heeft zijn hoofd ook bij de spontane, blonde Raija (Oona Airola), die hij net heeft leren kennen. Olli wordt in de aanloop naar het titelgevecht smoorverliefd op haar.
Aandoenlijk
De sfeer van de film is gemoedelijk, de personages zijn sympathiek, het decor is een klein plaatsje ergens in Finland, ver weg van de grote stad, waar zich toevallig een groot bokstalent bevindt. De Finse amateuristische aanpak voor het komende spektakel contrasteert mooi met de professionele en commerciële Amerikanen die voor dit gevecht naar Scandinavië komen. Olli laat zich niet gek maken en blijft ondanks alle poespas gewoon zichzelf. Regisseur Juho Kuosmanen, die eerder enkele prijswinnende korte films maakte, kreeg vorig jaar voor dit speelfilmdebuut de hoofdprijs van het Un Certain Regard-programma op het filmfestival in Cannes. Hoewel de film een genot is om naar te kijken, valt er ook nog wel iets op af te dingen. Zo is het boksverhaal voor niet-Finnen weinig relevant en ontbreekt een diepere laag. Wel aandoenlijk is de eindscène met een cameo van de echte Olli en Raija.
Wie zich laat misleiden door de term ‘boksfilm’ moet zich realiseren dat ‘Olli Mäki’ niet veel gemeen heeft met ‘Rocky’ of ‘Ali’, maar meer lijkt op het werk van de eveneens Finse filmmaker Aki Kaurismäki, al is de toon hier een stuk vrolijker. De Olli uit de titel is een bekende Finse bokser die begin jaren zestig de kans kreeg een partij te boksen tegen de Amerikaanse wereldkampioen, om te bepalen wie de wereldtitel zou krijgen.
De film volgt de bescheiden sportman Olli (Jarkko Lahti) in de aanloop naar die belangrijke match. Zijn manager Elis (Eero Milonoff), zelf een oud-bokser, heeft grote plannen met zijn pupil en ziet dit als zijn kans om zijn eigen verpieterde bokscarrière alsnog wat extra glans te geven. Hij zet Olli hard aan het trainen
en dringt erop aan om wat extra gewicht te verliezen zodat Olli in een lichtere klasse kan boksen. Olli richt zich vol enthousiasme op zijn training, maar heeft zijn hoofd ook bij de spontane, blonde Raija (Oona Airola), die hij net heeft leren kennen. Olli wordt in de aanloop naar het titelgevecht smoorverliefd op haar.
Aandoenlijk
De sfeer van de film is gemoedelijk, de personages zijn sympathiek, het decor is een klein plaatsje ergens in Finland, ver weg van de grote stad, waar zich toevallig een groot bokstalent bevindt. De Finse amateuristische aanpak voor het komende spektakel contrasteert mooi met de professionele en commerciële Amerikanen die voor dit gevecht naar Scandinavië komen. Olli laat zich niet gek maken en blijft ondanks alle poespas gewoon zichzelf. Regisseur Juho Kuosmanen, die eerder enkele prijswinnende korte films maakte, kreeg vorig jaar voor dit speelfilmdebuut de hoofdprijs van het Un Certain Regard-programma op het filmfestival in Cannes. Hoewel de film een genot is om naar te kijken, valt er ook nog wel iets op af te dingen. Zo is het boksverhaal voor niet-Finnen weinig relevant en ontbreekt een diepere laag. Wel aandoenlijk is de eindscène met een cameo van de echte Olli en Raija.