The party (2017)
De Britse filmmaakster Sally Potter, bekend van ‘Orlando’ en ‘Ginger & Rosa’, verrast met een scherpe maar lichtvoetige relatie-komedie. De setting, een feestje, doet denken aan films als ‘Festen’ en Polanski’s ‘Carnage’.
Tegen het overdonderende filmgeweld uit de VS, met superhelden, grote sterren, computereffecten en megabudgetten, valt voor een Europese filmmaker niet op te boksen. Behalve dan met een goed script en een handvol geweldige acteurs. Regisseur Sally Potter, die na haar doorbraak in 1992 met
de Virginia Woolf-verfilming ‘Orlando’ niets meer van dat niveau maakte, toont zich in ‘The party’ van een heel nieuwe kant. Met scherpe en grappige oneliners zuigt ze het publiek de film in, waar zich een verhaal ontspint vol verrassingen en plotwendingen. Centraal staat politica Janet (Kristin Scott Thomas), die wat vrienden heeft uitgenodigd voor een dinertje om te vieren dat ze een hoge functie in haar politieke partij heeft gekregen. Haar man Bill (Timothy Spall) luistert het feest op met het draaien van oude jazz- en bluesplaten.
Geen eenheid
De eerste gasten die arriveren zijn de scherpzinnige en vileine April (Patricia Clarkson) en haar nieuwe vriend Gottfried (Bruno Ganz). Verder komt er een lesbisch stel, Martha (Cherry Jones) en de zwangere Jinny, en de jonge, rijke bankier Tom (Cillian Murphy), die een voorraad cocaïne en een pistool meebrengt, maar zijn vrouw heeft thuisgelaten. Na de eerste aanzetjes worden de gesprekken intenser, prikkelender en confronterender. Iedere aanwezige blijkt een geheim met zich mee te dragen, waarmee de sfeer van het feest flink wordt opgeschud. Potter schreef zelf het script en liet de Russische cameraman Aleksei Rodionov, die destijds ook ‘Orlando’ deed, de film in stemmig zwart-wit opnemen. ‘The party’ werkt gestaag naar een verrassende finale toe. Jammer is wel dat de geestige dialogen geen eenheid vormen en de film, hoe leuk ook, daardoor niet zo lang beklijft.
Tegen het overdonderende filmgeweld uit de VS, met superhelden, grote sterren, computereffecten en megabudgetten, valt voor een Europese filmmaker niet op te boksen. Behalve dan met een goed script en een handvol geweldige acteurs. Regisseur Sally Potter, die na haar doorbraak in 1992 met
de Virginia Woolf-verfilming ‘Orlando’ niets meer van dat niveau maakte, toont zich in ‘The party’ van een heel nieuwe kant. Met scherpe en grappige oneliners zuigt ze het publiek de film in, waar zich een verhaal ontspint vol verrassingen en plotwendingen. Centraal staat politica Janet (Kristin Scott Thomas), die wat vrienden heeft uitgenodigd voor een dinertje om te vieren dat ze een hoge functie in haar politieke partij heeft gekregen. Haar man Bill (Timothy Spall) luistert het feest op met het draaien van oude jazz- en bluesplaten.
Geen eenheid
De eerste gasten die arriveren zijn de scherpzinnige en vileine April (Patricia Clarkson) en haar nieuwe vriend Gottfried (Bruno Ganz). Verder komt er een lesbisch stel, Martha (Cherry Jones) en de zwangere Jinny, en de jonge, rijke bankier Tom (Cillian Murphy), die een voorraad cocaïne en een pistool meebrengt, maar zijn vrouw heeft thuisgelaten. Na de eerste aanzetjes worden de gesprekken intenser, prikkelender en confronterender. Iedere aanwezige blijkt een geheim met zich mee te dragen, waarmee de sfeer van het feest flink wordt opgeschud. Potter schreef zelf het script en liet de Russische cameraman Aleksei Rodionov, die destijds ook ‘Orlando’ deed, de film in stemmig zwart-wit opnemen. ‘The party’ werkt gestaag naar een verrassende finale toe. Jammer is wel dat de geestige dialogen geen eenheid vormen en de film, hoe leuk ook, daardoor niet zo lang beklijft.