Ordinary people (1980)

In een groot huis met een oprijlaan wonen de Jarretts: Calvin (Donald Sutherland), Beth (Mary Tyler Moore) en zoon Conrad (Timothy Hutton, die de Oscar voor beste bijrol kreeg). De Jarretts mogen dan 'gewone mensen' lijken. Dat zijn ze natuurlijk niet. Zoon Conrad droomt onrustig en wordt regelmatig badend in het zweet wakker. Hij is voortdurend afgeleid, kan zich niet meer op zijn studie concentreren en zijn vrienden kennen hem nauwelijks meer terug. Daarom moet Conrad naar de psychiater (Judd Hirsch). De huiselijke sfeer daar met veel groene en bruine tinten stellen Conrad uiteindelijk op zijn gemak. Hij voelt zich er zelfs meer thuis dan in de koele, witte kamers thuis. Hij begint te vertellen over de reden achter zijn nieuwe gedrag en daar is moeder niet zo blij mee. Vader zwemt ergens tussen zijn vrouw en zoon en durft geen partij te kiezen. Mooie film vol geloofwaardige karakters. Drie Oscars, waaronder die voor beste film.