Persian lessons (2021)

Zelfs tachtig jaar na dato weet een film over de Holocaust nog een originele invalshoek te kiezen. ‘Persian lessons’ gaat over een Joodse jongeman die op vernuftige wijze probeert zijn leven in het SS-kamp te redden.

De in Oekraïne geboren filmmaker Vadim Perelman had met zijn debuutfilm ‘House of sand and fog’ in 2003 direct al veel succes. De film werd destijds voor drie Oscars genomineerd, waaronder die voor hoofdrolspeler Ben Kingsley. Begin vorig jaar trok Perelman opnieuw de aandacht, nu op het filmfestival van Berlijn met zijn oorlogsdrama ‘Persian lessons’. De film is volgens de begintitels ‘gebaseerd op feiten’, maar is in realiteit gebaseerd op het korte verhaal ‘Erfindung einer Sprache’ van Wolfgang Kohlhaase. Het verhaal start in 1942. In Zuid-Frankrijk wordt de Antwerpse Jood Gilles (Nahuel Pérez Biscayart) opgepakt door de Duitsers. Achter in een legertruck ruilt hij zijn laatste boterham met een hongerige medegevangene voor een boek met Perzische verhalen.

Verzonnen Perzisch
Gilles weet directe executie te voorkomen door zich voor te doen als Pers en noemt zich Reza. In het concentratiekamp waar hij belandt werkt SS-officier Klaus Koch (Lars Eidinger), die graag Farsi wil leren. Reza weet hem ervan te overtuigen dat hij Koch die taal kan leren, maar moet zelf ter plekke de ‘Perzische’ woorden verzinnen én zien te onthouden. Gaandeweg ontwikkelt hij daarvoor een systeem om die onmogelijke klus mogelijk te maken. Het gevaar loert echter elke dag, zeker als SS’er Max (Jonas Nay) hem wantrouwt en probeert te ontmaskeren. Het dramatische verhaal wordt af en toe wat verluchtigd met een romance tussen SS’ers en wat flauwe onderbroekenlol, maar de geweldige performance van beide hoofdrol- spelers en enkele ontroerende scènes laten de film uitstijgen boven de middelmaat.