Nothing to laugh about (2023)
Op één dag krijgt komiek Kasper Berntsen (gespeeld door komiek Odd-Magnus Williamson) te horen dat hij niet meer mag optreden, maakt zijn vriendin het uit en brengt een arts hem het schokkende nieuws dat hij botkanker heeft. Niet bepaald een topdag. Na de eerste schok stuurt zijn jeugdvriend en manager Erik hem naar een praatgroep. Daar leert hij een vrouwelijke lotgenoot kennen, op wie hij verliefd wordt. Ook merkt hij daar dat mensen moeten lachen om zijn harde kankergrappen. Dat brengt Kasper op het idee een gloednieuwe show te maken rondom zijn ziekte. Ook al kan de stand-upkomiek door zijn ziekte nauwelijks meer staan. Er zijn meer films gemaakt die humor en diep menselijk leed verweven. Als dat goed wordt uitgevoerd, met personages waar je om geeft, versterken die twee elementen elkaar. ‘Nothing to laugh about’ slaagt daar wonderwel in. De avonturen van de praatgroep zijn vaak vrolijk: een jarige lotgenoot wordt bijvoorbeeld met een discobus opgehaald en spuit uit baldadigheid schuimblussers leeg op een dak. Toch blijft het drama continu voelbaar. Dit is geen film die kanker afdoet als iets makkelijks of het onderwerp alleen gebruikt als aanleiding voor de omslag in iemands leven. De ziekte is meedogenloos en tegen het eind van de film steeds zichtbaarder en afschrikwekkender. Maar tegelijkertijd heeft het slot iets moois en liefs. Dat zorgt ervoor dat ‘Nothing to laugh about’ vier dikverdiende sterren krijgt.